Doorgaan naar hoofdcontent

Het Delftse blauw kleurt (een beetje) oranje


Al van bij het ontwaken merken we dat het Koningsdag is. De windmolen aan wiens voeten we nu al twee nachten slapen, is vanochtend plots rijk bevlagd en molenwiekt dat het een lieve lust is.
Nog maar pas zijn we al fietsend richting Delft vertrokken of het wordt ons duidelijk dat de weergoden niet echt Koningsgezind zijn. Alweer krijgen we een regenbui over ons heen gelukkig deze keer zonder al te veel erg.

Vermits ik “De Porceleyne Fles” wil gaan bezoeken maar mijn vriend eerder van rommelmarkten houdt en er op Koningsdag in gans Nederland en dus ook in Delft rommelmarkten worden georganiseerd, scheiden onze wegen ter hoogte van het enige uit de zeventiende eeuw overgebleven atelier dat onafgebroken Delfts blauw is blijven produceren.

Sowieso een koninklijk bezoek

Mijn bezoek is hoe dan ook koninklijk want ter plekke leer ik dat “de Porceleyne Fles” in 1919 hofleverancier werd en daar zijn ze zo fier op dat ze aan hun fabrieksnaam het predicaat “Royal Delft” hebben toegevoegd.
Ik heb trouwens geluk want Delft viert gedurende het ganse jaar 2019 “De gouden eeuw” en vermits die gouden zeventiende eeuw het Delftse blauw groot heeft gemaakt, loopt er in “De Porceleyne Fles” tot het einde van het feestelijke jaar een mooie overzichtstentoonstelling.
Wist je dat het Delftse blauw eigenlijk een vorm van na-aperij is van wat de Chinezen in de jaren van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) reeds gedurende lange tijd deden ? De Hollandse koopvaarders waren zo onder de indruk van het Chinese porselein dat slimme Delftenaren het op een “goedkopere” manier namaakten.
Het werd een dermate succes dat koningin Mary Stuart II gehuwd met Willem III van Oranje en op bezoek in de Nederlanden er zo onder de indruk van was dat ze in haar thuisbasis een paviljoen in geheel Delftse stijl liet inrichten. Voor de Engelse adel werd ze dé trendsetter en Delft werd er alleen maar rijker op.

Een peperdure affaire

Dank zij de tentoonstelling kan je momenteel een aantal unieke stukken bewonderen waarbij de op ware grootte in Delfts blauwe tegels nagemaakte “Nachtwacht” van Rembrandt een echte uitschieter is.
Dat de gouden eeuw haar naam niet gestolen heeft, kan ik her en der lezen. Zo moet de gegoede klasse wel heel erg rijk zijn geweest vermits die nogal tuk was op het bezitten van een Delfts blauw servies. En laat een dergelijk servies nu net de waarde hebben van wat je vandaag de dag zou neertellen voor een Porsche Carrera met gouden wieldoppen.

Dat het ook nu nog allemaal hartstikke duur is, merk ik even later in de ateliershop. Mijn lieve buurvrouw zorgt er dit weekend voor dat mijn katertje niets aan eten of drinken te kort komt dus ik wil graag een attentie voor haar meenemen.
En vermits ze net oma is geworden kijk ik richting de mini bewaardoosjes voor melktandjes. De prijs is om van omver te vallen. Het kleinnood kost zo’n slordige 102 euro, certificaat van echtheid inbegrepen. Kan je nagaan wat die Nachtwacht op ware grootte heeft gekost !
De omzet van Delfts blauw bedraagt vandaag de dag wereldwijd jaarlijks zo slordige 22,5 miljoen euro. De te koop aangeboden stukken gaan van klassiek tot hedendaags modern.

Jaarlijkse omzet ? 22,5 miljoen euro

Ook al ben ik geen absolute liefhebber van het Delftse blauw, ik ben toch blij met mijn bezoek aan de fabriek vermits die tot 1980 ook bouwkeramiek heeft geproduceerd en je in de fabriek als het ware in en op een catalogus voor architecten en bouwheren loopt.
Dat is heel bijzonder. Vooral de binnentuin met de in keramiek uitgewerkte zuilengang is schitterend. Het geheel doet erg Oosters aan maar daar was destijds de markt ook wel op gericht. Vol bewondering kijk ik naar een duplicaat van een Bas-reliëfs dat bij wijze van voorbeeld werd uitgewerkt voor een tempel op Java. Jawel, dit bezoek vind ik echt de moeite waard.

Een catalogus in de vorm van een binnentuin

Minder enthousiast is mijn vriend over de kwaliteit van de rommelmarkten. Anders dan in Vlaanderen of Wallonië nemen de Nederlanders de term “rommelmarkt” wel erg letterlijk. Waardevolle items vallen er niet te spotten : vooral oude kleding, waardeloze boeken en speelgoed worden op een tapijtje voor de huisdeur gelegd.Het is misschien allemaal wel kleurrijk … maar daar stopt het ook mee.

Al had ik me Koningsdag meer oranje voorgesteld, toch zit de sfeer er in. Ooit was ik toevallig een keertje in Haarlem toen de toen nog prins Willem-Alexander er zijn aanstaande bruid Máxima kwam voorstellen. Alle mensen ! Wat kleurde Haarlem toen heel erg oranje. Misschien dat dat vandaag ook wel het geval is in Amersfoort waar de koninklijke familie nu te gast is. Maar hier in Delft valt de oranjegekte best wel mee.

Toch een beetje oranjegekte

Het is vooral de horeca die zich in het oranje hult. Dat bemerken we in ieder geval in “De oude Waag” een historisch pand achter het stadhuis waar het gezellig tafelen is. Obers lopen er met de meest gekke hoofddeksels en pruiken rond.
Aan een lange tafel vlak bij de onze komt een grote familie zitten. Wanneer hun drankjes worden geserveerd, toosten ze in koor met de woorden …

Leve de koning !

Reacties

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof