Doorgaan naar hoofdcontent

De verborgen wereld van Anne Frank

Toen ik in het tweede jaar van de humaniora zat, stond het dagboek van Anne Frank (of in ieder geval grote delen daaruit) op de lijst van verplichte lectuur. Het lezen van de ontboezemingen van een ondergedoken leeftijdsgenoot … het deed wat met mij.
Intussen lijkt Anne bij het huidige jonge volkje te zijn verdwenen in de nevelen van de tijd. En dat is erg. De actualiteit laat immers vermoeden dat ergens in de wereld … op een geheel andere plaats dan het Amsterdamse Achterhuis een ons nu nog onbekende, veertienjarige een soortgelijk dagboek schrijft.
Zelf heeft het verhaal van Anne me destijds zo aangegrepen dat ik – gespreid over mijn volwassen jaren heen – op zoek ben gegaan naar hoe het moet zijn geweest om een jong Joods meisje te zijn in een tijd van ongeziene Jodenhaat.
Mijn verhaal begint in …

Amsterdam, Prinsengracht 263, 1 november 2000

Vermits we gehoord hebben dat het bij de kassa van het Anne Frank Huis ook op doordeweekse dagen aardig aanschuiven is, zijn we al voor openingstijd bij het grachtenhuis. Het internet staat nog in zijn kinderschoenen dus skip-the-line tickets aankopen (zoals dat nu wel kan), is nog niet aan de orde.
Toen ik als puber het dagboek las, las ik het, hoe kan het ook anders, vanuit de leefwereld van een puber. Wat leefde ik mee met Anne die net als ik een kwikzilver was, een kind dat maar moeilijk stil kon zitten en zovele dingen wou beleven en uitproberen.
Hoe houd je je stil in een huis waar in de magazijnen onder jou mensen werken die niets van jouw aanwezigheid mogen afweten ? Hoe houd je het vol als je zo graag met je vriendinnen in het gras zou willen rennen maar je twee jaar lang niets van de natuur kan zien tenzij dan dat topje van de kruin van die ene kastanjeboom en dan nog slechts door een geblindeerde zoldervenster ? Ik had zo te doen met Anne.

49 magazijn 57 -63-69 kantoren 81 opslagruimte 91 overloop met draaikast 97 kamer Otto, Edith en Margot 115 kamer Anne en Fritz 141 wasruimte 147 kamer mr. en mvr. Van Pels, 163 kamer Peter en zolder

Nu ik hier met mijn puberende zoon in dat Achterhuis van het handelspand aan de Prinsengracht sta, heb ik ook te doen met haar ouders. Hoe weten zij hun dochters rustig te houden ? Vooral Anne dan, een heel levendig meisje met een rijke fantasie. Hoe groot is de druk op Otto en Edith die hun kinderen gelukkig willen zien maar hen iedere beweging of discussie moeten verbieden omwille van het grote gevaar dat daaraan vast hangt ?

Hoe loodzwaar is het om met acht onderduikers (twee gezinnen én een alleenstaande man) samen te leven op zo’n kleine oppervlakte ? Anne schrijft heel vaak over de spanningen die dat met zich meebrengt.

Aandoenlijk zijn de streepjes op de deurlijst die aangeven hoe Anne en Margot tijdens die onderduiktijd groeien, aandoenlijk de filmsterfoto’s die Anne op het inmiddels vergeelde behangpapier kleeft. Hoe klein oogt het bureautje waarop zij haar wereldberoemde dagboek schrijft. Haar boek waarin ze op 1 augustus 1944 voor een allerlaatste keer schrijft.

Hoe bang zijn deze acht mensen wanneer op 4 augustus 1944 de bibliotheekkast waarachter de verborgen wereld van Anne ligt, halfweg de voormiddag plots opendraait. Verraad ? Of toeval ? Tot op de dag van vandaag weten we het antwoord niet.

Het Anne Frank huis is groter dan toen op die verschrikkelijke dag. Er is een verbinding gemaakt naar een nieuwbouwhuis waar plaats is voor tentoonstellings- en educatieve ruimten. Het rood-wit-grijs geblokte dagboek dat Anne net voor ze gingen onderduiken van haar vader als geschenk voor haar verjaardag kreeg, heeft hier een prominente plek.

Drenthe, Kamp Westerbork, 2 juli 2008

Het is snikheet. De temperatuur zal vandaag oplopen tot 35°C, We willen daarom zo vroeg mogelijk vanuit ons hotel in Dwingeloo vertrekken om de al te grote hitte voor te zijn. Een bezoek aan het doorgangskamp van Westerbork staat op het programma. In een folder hebben we gelezen dat het kamp niet met de auto te bereiken valt. De fietsen moeten dus zeker mee.


Aan het bezoekerscentrum van Westerbork parkeren we de auto in de schaduw en vervolgen al fietsend de weg naar het kamp. Langs mooi aangelegde fietspaden kronkelen we door een prachtig bos vol eekhoorntjes. Hoe moeilijk valt het mij om te geloven dat wij op weg zijn naar een doorgangskamp voor Joodse gevangenen.

Dit is een heerlijk, welhaast idyllisch stiltegebied maar juist die stilte moet wel heel beangstigend zijn geweest voor de gevangenen die zich hier zo diep in de natuur, van God en klein Pierke verlaten moeten hebben gevoeld.


Wellicht omdat dit zo’n uiterst stil gebied is, komen we voorbij een reuzegrote plek waar zo’n veertien immense radars staan neergepoot. We komen trouwens op een soort educatief pad terecht waar uitleg te lezen staat over ons zonnestelsel. Beetje raar vind ik het allemaal vooral omdat ons hoofd naar heel andere dingen staat nu.

Intussen gaat een liedje van Reinard Mey door mijn hoofd spoken en ik kan de volumeknop maar niet dicht krijgen.

Über den Wolken
Muß die Freiheit wohl grenzenlos sein.

Alle Ängste, alle Sorgen, sagt man,
Blieben darunter verborgen und dann
Würde, was hier gross und wichtig erscheint,
Plötzlich nichtig und klein.


Veel is er niet overgebleven van het voormalige doorgangskamp. Eigenlijk helemaal niets. Wat er te zien valt zijn gedeeltelijke reconstructies van barakken en latrines. De vlakte ligt er verlaten bij en oogt ook niet erg groot. Maar dat is een foute inschatting.
In het bezoekerscentrum leert een maquette van het voormalige kamp ons dat het erg groot moet zijn geweest en dat wij hier nog slechts een heel klein stukje kunnen zien. De radars nemen trouwens een groot stuk in van wat ooit het kamp was.


Met de fiets rijden we door wat overgebleven is. Het leven hier moet nog tamelijk zijn meegevallen in die zin dat de mensen er zich redelijk vrij konden bewegen en dat er wat winkeltjes werden uitgebaat waar de gevangenen iets te eten en te drinken konden kopen.

Maar voor Anne Frank en de overige onderduikers was er geen vrijheid. Binnen het doorgangskamp bevond zich immers een strafkamp waarin Joden werden opgesloten die moesten worden gestraft omdat zij niet aan de wetten en voorschriften voor Joden hadden gehoorzaamd.
Het feit dat Anne met haar familie was ondergedoken, werd hier bestraft. Ze kregen daarom ook minder eten, moesten harder werken en bovendien werden ze sneller dan anderen weggevoerd naar vernietigingskampen zoals Auschwitz en Bergen-Belsen. En laat Anne nu net met de laatste trein die uit Westerbork is vertrokken, zijn weggevoerd !


Op de voormalige appèlplaats staan 102.000 betonnen blokjes opgesteld, elk vertegenwoordigen zij een Joodse gevangene die van hieruit werd getransporteerd en niet meer terugkwam.


Über den Wolken ? Nu krijg ik de volumeknop wél dicht.


Polen, Auschwitz, 28 november 2015

Terwijl ze in Krakau volop bezig zijn de stad met kerstversiering te tooien, vertrekken wij met een minibusje naar Auschwitz. Het is koud maar daar geef ik niet om. Het concentratiekamp wil ik juist in de kou bezoeken. Het lijkt me makkelijker om me bij koude weersomstandigheden in de gruwelen van zo’n kamp te kunnen inleven eerder dan bij zomerse temperaturen zoals destijds in Westerbork. Ik wil vooral voelen nu.

Anne en de zeven andere onderduikers zijn hier op 9 september 1944 aangekomen. Anne, Margot, hun moeder Edith en mevrouw Van Pels verbleven in Auschwitz II terwijl vader Otto, Peter, Mijnheer Van Pels en Fritz Pfeffer naar Auschwitz I werden overgebracht.

Auschwitz I


Het cynische opschrift “Arbeit macht Frei” bij de ingang van het kamp kennen we wellicht allemaal. Misschien daarom is mijn eerste indruk niet direct een van beklemming. Of komt het omdat het concentratiekamp in oorsprong een legerkazerne was en de stenen gebouwen keurig in het gelid me aan mijn jeugd doen denken ?
Dochter van een beroepsmilitair zijnde bracht ik wel eens vakanties door in kazernes die daartoe waren ingericht.


Mijn jeugdherinneringen verdwijnen echter meteen wanneer we zo’n eerste stenen gebouw binnenstappen. We schuifelen doorheen een lange gang waar een niet te tellen rij ingekaderde foto’s hangt. Foto’s van kaalgeschoren mannen en vrouwen in streepjestenue.
Ontdaan van alle menselijkheid staren zij me met een lege blik aan. Ik probeer te voelen wat zij moeten hebben gevoeld op het ogenblik dat zij in de camera keken. Ik probeer te denken wat zij moeten hebben gedacht toen deze foto werd gemaakt. Het lukt me niet. Een soort misselijkheid komt opzetten.

Die wordt nog groter wanneer we later een zaal zien vol met menselijk haar. Hier ligt slechts een fractie van wat nazi-handen hebben afgeknipt en weggeschoren. Krullen, vlechten, paardenstaarten, … in grote getale en zoals gezegd slechts een fractie van wat hier na de bevrijding werd terug gevonden.
In een volgende zaal ligt een reuzegrote berg schoenen. Herenschoenen, damesschoenen, kinderschoentjes, … het grijpt me naar de keel net zoals de zaal met prothesen van allerlei slag. Een verzameling van armen, benen, krukken, … waar geen eind aan lijkt te komen.
Ik voel een ongelooflijke beklemming en ben té onthutst om ook maar één foto te nemen. Ik zou me bovendien erg respectloos vinden, mocht ik dit toch doen.



Pas nu, nu we weer buiten zijn en weg van die afschuwelijke “tentoonstelling” valt het me op dat overal rond de gebouwen prikkeldraad staat. Op sommige plaatsen zelfs in dubbele rijen. De herinneringen aan mijn kindertijd zijn echt helemaal weg nu.
Vraag me niet hoe ik me voel. Blogger of niet, ik kan geen woorden vinden.

Auschwitz-Birkenau (Auschwitz II)


In Polen valt in deze tijd van het jaar de avond zeer vroeg. Het is dus al valavond wanneer we het immense terrein van het vernietigingskamp komen opgestapt. De schemering maakt de plek nog onwezenlijker dan ze al is. Dit kamp is gebouwd met als doel Joden massaal te vernietigen.
De houten barakken waarlangs we nu wandelen staan in een eindeloze rij. En toch is ook dit slechts een heel minuscuul deel van wat hier in totaliteit heeft gestaan.


Het kamp is niet te overzien, valt ook niet af te stappen voor het duister valt. Het terrein is daarvoor veel en veel te groot.


Anne en Margot zijn uiteindelijk niet hier gestorven. Hun moeder Edith wel. Omdat de Russische legers het kamp naderden, werden de beide meisjes eind oktober 1944 nog naar het Duitse Bergen-Belsen overgebracht. Daar stierven ze in de loop van februari en/of maart door uitputting en vlektyfus.
Wanneer precies is niet gekend. Het einde van de oorlog was in zicht, er heerste chaos in de kampen waardoor de administratie toen al niet meer keurig werd bijgehouden.


Ik heb er geen idee van of ik ooit naar Bergen-Belsen ga. Het allerlaatste traject van de verborgen wereld van Anne Frank. Auschwitz heeft zo’n diepe indruk op mij gemaakt dat ik de dingen voorlopig laat rusten.

Nota :
Ik heb er lang over nagedacht of ik over dit item zou schrijven. Ook al kaderen deze uitstappen in een geheel van citytrips, leuke bezoeken zijn het niet geweest. Maar leerde ik in de lagere school niet dat we reizen om te leren ? Deze les heb ik me in ieder geval goed ingeprent.
Het dagboek van Anne Frank staat sinds 2009 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO voor wat betreft documenten. Deze lijst is sinds 1992 een internationaal initiatief en heeft tot doel collectief geheugenverlies tegen te gaan.

Reacties

Unknown zei…
Verschrikkelijk. Wat mensen elkaar kunnen aandoen.En heden ten dage is er nog altijd ergens oorlog. Hopelijk krijgen we er nooit mee te maken.
Cecile

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof