Op wereldreis naar de Belgische Ardennen (deel twee)
Na de tocht van gisteren langsheen de enige bergrivier die ons land rijk is, is het vandaag tijd voor een ander soort beweging.
We
verlaten La Gleize en rijden richting Trois-Ponts waar ons een heerlijke
fietstocht langsheen Ravel 45 te wachten staat. Ten minste ... Dat denk
ik toch.
Ter
hoogte van de vertrekplaats is een ruime parkeergelegenheid voorzien
die ook als dusdanig staat aangeduid. Maar om een of andere bizarre
reden is de toegang tot de parkplaats afgezet met reuze rotsblokken. Val
nu omver. Waar is dat goed voor ? Kom mij nu niet vertellen dat dat een
corona-stunt zou kunnen zijn. Gelukkig kan mijn vriend zich voor de
rotsblokken toch nog in een bocht wringen zodat hij de camper alsnog
netjes geparkeerd krijgt. Vrijwel onmiddellijk na ons arriveren nog een
viertal personenwagens. Twee dames willen samen fietsen, één man wilt
zijn hond uitlaten en een tweede is hierheen gereden om te vissen. En
allen zijn verbaasd omdat de parking gebarricadeerd is, behalve de
visser ... die weet meer : "à cause des gitans" zegt hij zonder meer en
op slag ben ik niet meer op Belgische bodem. Meteen voel ik mij in het
prachtige doch ongastvrije Engeland waar we twee jaar geleden de
grootste moeite hadden om ergens met de camper rustig te kunnen
overnachten. Ieder lapje grond ligt in Engeland immers aan de ketting
"because of the gipsy's".
Maar
goed ... We hebben allemaal een plekje gevonden: de fietsende dames
vertrekken als eersten naar de Ravel, de visser prepareert zijn vislijn
en de hond heft vrolijk zijn poot op. Een wegwijzer kondigt aan dat het
langsheen de Ravel 14 km fietsen is tot in Malmedy. Dat moet te doen
zijn dus met veel enthousiasme vertrekken we.
Al
weet ik nog niet dat na de eerste vlakke strook van pakweg honderd
meter een zeer korte haarspeldbocht met daarachter een extreem steile helling ligt.
Mijn
snelheid ligt nog niet hoog genoeg om die helling aan te kunnen dus ik
val meteen stil. Geloof me, starten op zo'n helling is geen evidentie en
al zeker niet met zo'n stel knieën als de mijne. Gelukkig duwt mijn
krachtige held mij op weg maar jammer genoeg wilt mijn fietsbatterij
niet op gang komen dus volledig op eigen kracht (en ik ga diep) stomp ik
mijn nu toch wel loodzware fiets naar boven.
Ik
besef dat het een lachwekkend zicht moet zijn geweest : vijf meter voor
de top is mijn pijp dusdanig uit dat ik alleen nog kan surplacen om
dan als in slow motion tegen de vlakte te gaan. Gelukkig wordt mijn
val gebroken door de houten reling die daar wellicht om die reden is
neergepoot. Dus voor ik het goed en wel besef, hangt mijn DNA aan het
houtwerk. Zelf hang ik ergens tussen fiets en reling in en het enige wat
ik nog kan bedenken is : "help!"
Mijn
reddende engel is niet ver af en schraapt mij met fiets en al bij
elkaar. Met de slappe lach en met flanellen benen wandel ik, mijn fiets voortduwend, de vijf
laatste meters van de steile helling op. De twee dames die een stuk
voor ons aan de tocht waren begonnen, staan ter hoogte van wat ooit het
station van Trois-Ponts moet zijn geweest, zwaar uit te puffen.
Ik
ben dus niet de enige wiens pijp uit is en hoewel het vanaf nu vals
plat gaat en mijn fiets me weer de ondersteuning biedt die ik daarstraks
zo heb gemist, voel ik al vlug dat Malmedy niet haalbaar zal zijn.
De
tocht erheen is nochtans mooi, maar ik heb onderweg iets te veel
uitpufmomenten nodig zodat we ergens halverwege de beslissing nemen
rechtsomkeer te maken.
De terugtocht gaat veel vlotter nu en ook de
koude, vochtige spoorwegtunnel lijkt geen vierhonderdnegentig meter lang
meer te zijn.
Malmedy is het dus niet geworden.
Dan
maar op naar Stavelot. Misschien hebben we voor de rest van de dag wél
geluk en kunnen we met onze Museumpass onder de keldergewelven van de
abdij de geschiedenis van het circuit van Spa-Francorchamps ontdekken.
Dat zal mijn autofreak vast fijn vinden.
Tegen de middag komen we in de
stad aan en veiligheidshalve rep ik me gauw, gauw naar de balie van de
abdij die maar liefst drie musea bevat. Eentje kunnen bezoeken zou al
heel fijn zijn zeker nu mijn knieën na mijn onfortuinlijke valpartij en
fietstocht behoorlijk opspelen. De Covid19-maatregelen indachtig, hoop
ik een toegangsticket voor ergens in de loop van de namiddag te kunnen
reserveren.Maar ach ... hoe bureaucratisch is ook het museumpersoneel
geworden!
Op mijn vraag of de mogelijkheid bestaat het
museum van het circuit ergens in de loop van de namiddag te kunnen
bezoeken, wordt mij meegedeeld dat ik die vraag via mail moet stellen.
Heu ?
Ik geloof dat mijn verbaasde blik boekdelen moet hebben
gesproken want nog voor ik goed en wel de situatie heb bevraagd, is de
dame aan de balie bereid mijn naam en die van mijn vriend te noteren en
om 15u zijn we welkom.
Tijd zat dus om te lunchen, het loshangende DNA-materiaal aan mijn elleboog te verzorgen en een middagdutje te doen.
Ruim
op tijd staan we aan de ingang van het museum. We worden verzocht onze
handen te ontsmetten, onze mondmaskers aan te doen waarna we vriendelijk
de weg krijgen gewezen richting kelderverdieping zodat we de bolides
kunnen gaan bewonderen.
Meer nog ... ons ticket verschaft ons ook de
toegang tot het museum over de geschiedenis van de abdij en het
abdijvorstendom Stavelot-Malmedy. Dat vorstendom strekte zich uit van de
Loire tot aan het Duitse keizerrijk. Een halve wereld dus ...
In
de mooi gewelfde kelders is het warm en bovendien is er geen sterveling
te zien. Je kan dus al raden waar het mondmasker waarachter mijn vriend
maar moeilijk naar adem weet te happen, zich korte tijd later bevindt.
Daar in die kelders leren we dat het circuit er eentje is waar de Belgen
best trots op mogen zijn vermits het door de vele internationale
snelheidsduivels het mooiste van de wereld wordt genoemd.
Terug
boven bekijken we ook nog de geschiedenis van de abdij. Ook hier zijn
we moedermens alleen, geen levende ziel te bespeuren.
We bezoeken de
gangen met uitgebreide info en objecten in vogelvlucht want we zijn
eerder geïnteresseerd in het gebouw dan wel in de al te rijkelijke
accessoires van de geestelijkheid.
Helemáál op mijn heupen krijg ik het
bij het zien van de outfit van menig paus in de jaren stillekes.
Sinds
ik de pauselijke truwelen met ingelegde edelstenen waarmee zo links en
rechts een eerste steen werd gelegd, in de Vaticaanse musea heb gezien
... ben ik geen amateur meer van dergelijke attributen.
Maar
architectuur blijft me fascineren ook al is die van de abdij van
Stavelot te rijk, te chique, te veel lust voor het oog als je je bedenkt
dat dit een optrekje was voor de volgelingen van de nederige Christus.
Geen
wonder dus dat bij de Franse Revolutie nogal wat kerken en abdijen
hardhandig werden aangepakt. Niet alleen de luxe van de wereldlijke
vorsten maar ook die van de geestelijkheid kwam de revolutionairen de
strot uit.
Ook die van Stavelot kreeg het hard te verduren ...
Opgravingen bevestigen de geschiedenis.
Het museum maakt gebruik van de meest moderne technieken om die geschiedenis te laten zien. Je kan zodoende virtueel
rondwandelen in wat ooit de abdijkerk was.
Misschien wil ik het ooit nog wel een keertje uitgebreider bekijken maar voor vandaag is het welletjes geweest.
We
vervolgen daarom onze reisweg en flirten dermate met onze landsgrenzen
dat we - nu we die nog niet mogen oversteken - toch best even op de
kaart kijken of we nog wel op Vaderlandse bodem zijn.
Gelukkig
ligt het kasteel Reinhardstein dat wij middels een wegwijzer ontdekken
in Ovifat en Ovifat ligt wel degelijk nog steeds in België.
We
volgen dus de wegwijzers erheen en komen zodoende op een wel heel mooie
plek terecht. Het is hier zo prachtig én rustig dat we halt
houden om er de nacht door te brengen. Dat kasteel vinden we morgen wel. Op
deze rustige plek steken we liever de BBQ aan.
Geen
hond valt hier in de wijde omgeving te bespeuren. Alleen in de verte
grazen koeien en wanneer die nieuwsgierig kauwend dichterbij komen
ontdekken we dat ze van een speciaal ras zijn : het zijn Highland Cows
en bij dit fantastische uitzicht kunnen we niet anders dan absoluut
zeker zijn dat we in Schotland terecht zijn gekomen.
Heerlijk zo'n wereldreis in ons eigenste is land!
Reacties