Senlis, een mooi alternatief alvorens mijn bucket list verder af te vinken
Nog nagenietend van het mooie Gerberoy rijden we richting Chantilly want een optrekje aldaar willen we morgen een bezoek brengen. Ach, wat is Frankrijk toch mooi! En welk een kleurrijke huizen rijden we voorbij. Neem nu bijvoorbeeld dat van die beeldhouwer uit de 19 eeuw dat we langsheen onze weg ter hoogte van Campdeville opmerken. Dat huis is zeker een fotostop waard, toch?!
Ook de plek in Laigneville waar we vannacht zullen overnachten, is weer méér dan de moeite waard om er te blijven naar kijken. Een zalig stiltegebied waar zo nu en dan de uiterst zeldzame Poelifinario van zich laat horen. Maar spotten doen we hem niet. Hoe kan dat nou?
Met het
heerlijke vooruitzicht morgen het kasteel van Chantilly (dat al zo
lang op mijn bucket list staat) te zullen bezoeken, dommel ik in.
Ons bezoek 's anderendaags valt echter tegen. Niet omdat het kasteel niet de moeite waard zou zijn. Au contraire! Wel omdat het gesloten blijkt op dinsdag. Zelfs de tuinen kunnen niet worden bezocht. Nochtans … tijdens het hoogseizoen is het domein alle dagen geopend. Maar laat 6 juli voor de Fransen nog geen hoogseizoen betekenen! Dat begint pas diep in de maand juli, zo blijkt nu.
Mijn
reisgezel begint wat te brommen. De camper hebben we immers netjes
geparkeerd op de met slagbomen afgesloten parking van het
kasteeldomein. Hem onverrichter zake na 5 minuten weer moeten
verlaten, zou ons 5 euro kosten. Niet dat we krenterig zijn of zo
maar toch. Aan de slagboom staan wat werkmannen te klussen en terwijl
mijn lieve brompot de camper gaat ophalen, probeer ik mijn
vrouwelijke charmes uit. Of de slagbomen niet ook zonder te betalen
kunnen geopend worden? Mijn charmes blijken te werken tenzij de
Fransen sowieso heel vriendelijke mensen zijn … kan ook natuurlijk!
In ieder geval zijn de twee mannen in voor een praatje en omdat de grootte van de parking me laat vermoeden dat er morgen wel eens veel volk zou kunnen komen opdagen – wat ik omwille van de afstandsregels dan weer niet echt zie zitten – informeer ik toch even naar de te verwachten drukte. Die valt mee, wordt me verzekerd … enkel in het weekend is het hier heel druk. Maar een masker dragen is sowieso verplicht. Pas de problème, à demain !
Gelukkig ligt Senlis in de buurt. Zo hoeven we niet al te veel kilometers om te rijden om alsnog onze dag een mooie invulling te geven.
We parkeren de camper in de buurt van het nogal imposante Monument de l'amitié franco-marocaine van Paul Landowski dat na WOI als eerbetoon aan de soldaten uit de Franse Noord-Afrikaanse kolonie aan Casablanca werd geschonken. Maar … 'l histoire se répète zeker? Toen Marokko onafhankelijk werd, was de vriendschap toch wat geluwd en werd het standbeeld naar Frankrijk verscheept. Het is toch altijd wat met die standbeelden! Sinds 1965 staat het dus in Senlis.
De plaatselijke toeristische dienst geeft enkel toegang aan gemaskerde toeristen die bovendien bij de ingang hun handen moeten ontsmetten. Het wordt een andere manier van reizen deze zomer. Minder spontaan en minder onbezorgd maar toch geeft het me een veilig gevoel dat ook de Fransen de nodige maatregelen nemen.
Ik weet er een foldertje op de kop te tikken waarin drie wandelparcours staan uitgestippeld. Senlis wordt er in aangeprezen als een stad met uitzonderlijke rijkdom aan architectuur en cultureel erfgoed. De stad heeft bovendien een beschermde status waardoor ze bij filmmakers erg geliefd is. Maar vooraleer we dit alles willen bewonderen, hebben wij vooral interesse in de gastronomische charmes van de stad.
Die ontdekken we na een fraaie wandeling in de schaduw van de imposante kathedraal. Het weer is heerlijk, het voedsel ook en de bediening is top en veilig!
De kathedraal zelf heeft een zeer oude uitstraling. Hoewel ik geen kenner ben, lijkt ze toe aan een grondige restauratie. Gewelven, zuilen, graftombes van rijke stinkerds*, een orgel zonder orgelpijpen, … het zou allemaal eens onder handen mogen worden genomen. Nochtans … zo blijkt uit een tableau dat ik achterin de kathedraal ontdek, werd ze in 1987 gerestaureerd op kosten van de stad Senlis. Tja … dat is naar mijn mening dan toch wel met de Franse slag gebeurd.
Tijdens het wandelen door de stad wordt het ons wel duidelijk waarom historische filmmakers hier geschikte decors vinden.
Het leukst vind ik echter het wandelen op de restanten van de Gallo-Romeinse muur uit de derde eeuw.
Maar ook
de overblijfselen van het koninklijke paleis waar Hugo Capet in 987
tot koning van Frankrijk werd gekozen en waar alle koningen tot en
met Henry IV hebben verbleven, vormt een mooie setting.
Wanneer we tegen valavond in Barbery een leuke plek voor de nacht hebben gevonden, stuur ik via whatsapp een foto van de stek naar het thuisfront.
"Jullie staan precies bij de boom van Witse", tekst zoonlief. En jawel … gelijk heeft hij!
* de uitdrukking "rijke stinkerds" komt van het oude gebruik om de allerrijksten binnen de kerkmuren te begraven. Omwille van de stank en de hygiëne werden deze praktijken uiteindelijk verboden.
Reacties