Opgejaagd wild en gevogelte in de Gaume



Mijn geheugen is tanende en vermits wij regelmatig een snoepreisje meepikken (van verre/lange reizen is in deze Covid19-tijd geen sprake) schrijf ik graag verslag van wat we waar hebben gezien. Doe ik dit niet dan haspel ik binnen de kortste keren de boel door elkaar.

Naast reizen, is schrijven trouwens het liefste dat ik doe. Maar wie graag schrijft wordt ook graag gelezen dus ik prijs mij gelukkig met de mensen die mij volgen in mijn schrijfwerk. Maar zelf lees ik natuurlijk ook graag. Dus toen één van mijn "volgelingen" onlangs op snoepreis was, moedigde ik haar aan zelf ook één en ander te gaan neerpennen. "Ja, maar ... onze reizen zijn niet zo avontuurlijk" was de repliek.

Avontuurlijk? Als ik aan avontuur denk, denk ik aan Indiana Jones en niet aan het gezapige slakkengangetje waarmee wij reizen.

Zo dus ook nu.

We zijn op weg naar de Gaume en dat doen we langzaam aan. In onze reisagenda staat twee keer niets genoteerd. We zijn al blij met een andere horizon en mochten we aan die horizon wat wild en gevogelte spotten, dan zou dat zeer mooi mee genomen zijn.

Het eerste kiekje dat ik maak, behelst echter een kunstzinnig thema. Ter hoogte van Lavaux Sainte Anne staat links en rechts van de E411 sinds oktober 2019 een immens kunstwerk. De "Arc Majeur" van de Franse kunstenaar Bernard Venet is het grootste openbare kunstwerk van Europa en werd destijds in opdracht van François Mitterand gecreëerd. Maar een Franse president heeft duidelijk niet alles te zeggen. In ieder geval kregen de twee bogen niet de plaats waar ze voor bedoeld waren en het heeft tot 2019 geduurd eer het werk van Venet een bestemming kreeg . België kocht de bogen die - zo lijkt het wel - als een halve cirkel onder de E411 werden geschoven.


Ter hoogte van Libin verlaten we de snelweg en tuffen we langs Glaireuse en verder tot we in Roumont (Ochamps) een wauw-effect hebben. Hé schat kan ik even een foto nemen van deze kasteelhoeve? De schat zoekt een plaatsje onder wat bomen om even halt te houden maar we krijgen pardoes een nog veel groter wauw-effect. Wat een ontdekking! Hier staat een schitterend kasteel in renaissancestijl.Opzoekingswerk leert ons dat het in 1912 werd gebouwd naar het voorbeeld van het kasteel van Azay-Le-Rideau in de streek van de Loire. Aha, vandaar dat het me min of meer bekend voorkomt! Het kasteel is volledig onttrokken aan de blikken van de argeloze voorbijganger en heeft een prachtige tuin.

Het is geheel toevallig dat wij deze plek ontdekken. Ware het niet dat ik een kiekje wou nemen van de kasteelhoeve aan de overzijde van de straat, we hadden het niet eens opgemerkt.

Die kasteelhoeve maakt trouwens samen met nog drie andere kasteelboerderijen in de omgeving deel uit van het kasteeldomein dat liefst 100ha groot is. Die kasteelheer moet veel centen hebben ...

We rijden nu verder richting Libramont en Neufchateau tot we in Hamipre een leuke stek naast een tarweveld vinden. Het uitzicht is hier prachtig al hebben de plaatselijke koeien meer oog voor ons dan voor het landschap. Het eerste wild wordt gespot : een ree huppelt vanuit het tarweveld over de weg richting bosrand en door de weide rent even later een vos met dikke pluimstaart de verte tegemoet.

's Morgens bij het ontbijt wiekt een reiger over de velden en boven de weide waar gisteren de koeien ons nieuwsgierig begluurden, zijn nu drie biddende slechtvalken actief op zoek naar wormen en torren want ook zij hebben zin in een ontbijt. Wat zijn wij als mensen toch blinde mollen! Zelfs met een brilletje van Pearl, Pearl, Pearl, ... zouden wij van zo hoog boven het veld tussen al dat hoge gras niet eens een muis spotten laat staan een torretje van nog geen babypinkje groot.

De bedoeling van dit snoepreisje is niet om veel te beleven wél om in een mooie omgeving ver van alle covid19-stress tot rust te komen. Torgny lijkt ons een idyllisch plaatsje te zijn om dat doel te bereiken dus we maken ons klaar voor vertrek. Te oordelen aan de vele "jachtstoelen" die we in het woud waar wij doorheen rijden bemerken, moet de Gaume over heel wat wild beschikken.

Jagen ... het is mijn ding niet en al zeker niet op de manier zoals het er vandaag de dag in jachtkringen aan toe gaat. De jacht lijkt immers eerder fun dan noodzaak te zijn geworden.

Dat de mens sowieso tot doden in staat is, ook daar worden we even later in Rossignol aan herinnert wanneer we op één en dezelfde weg maar liefst drie Franse soldatenkerkhoven ontdekken. Drie kerkhoven waarvan alle gesneuvelden de dood vonden op 22 augustus 1914. Het prille begin van de vreselijke Groote Oorlog dus. Vooral het eerste kerkhof "Le Plateau" genaamd, dat we op onze weg tegenkomen is -hoe tragisch ook- erg sfeervol.

Het meest prestigieuze monument in de regio dat aan de Franse soldaten is gewijd staat ter hoogte van het tweede militair kerkhof op onze weg "Orée de la forêt". Het "Monument aux Marsouins" werd speciaal voor de Franse kolonialen die destijds de bruinvissen werden genoemd, opgericht. Bruinvissen zijn een soort walvisachtigen die graag in het zog van schepen zwemmen. En vermits de koloniale troepen marinetroepen waren, lag hun bijnaam voor de hand.

Op diezelfde weg passeren we nog vóór het derde kerkhof in Rossignol een soort tombe annex kruisweg. Op 26 augustus 1914 werden in Rossignol liefst 122 burgers door de Duitsers gefusilleerd.

Wie de geschiedenis van WOI zo'n beetje kent, weet dat het de bedoeling van het Duitse leger was om Frankrijk binnen te vallen via België dat in die dagen een status van neutraliteit had. Op een rappeke passeren klonk het, meer niet. Maar voor België was deze passage een schending van de neutraliteit en het bood tot grote frustratie van de Duitsers, weerwerk. Net omdat de frustratie zo groot was, werden burgers er van verdacht de Belgische soldaten hierin een handje te helpen. Blijkbaar moet dat hier in Rossignol ook het geval zijn geweest . De tombe is omringd door een kruisweg. Heel passend vind ik dat, zeker als je je bedenkt hoe zwaar het leed van deze mensen is geweest.


Tegen de tijd dat we het derde kerkhof voorbijrijden houden we ons bezoek beperkt tot een vluchtig kiekje. Het is tenslotte vakantie en dus willen we aan andere dingen denken dan aan oorlog en geweld.

Eerder dan het kerkhof te fotograferen, kies ik voor de koeien die ginds in de verte liggen te luiwammesen. Trouwens wat de koeien betreffen, hoe dichter we het uiterst zuidelijke punt van België naderen, hoe meer de koeien luieren in de schaduw van een of andere boom. Torgny bijvoorbeeld is gekend om zijn microklimaat. Het vormt het warmste punt van België dank zij een schitterende ligging tegen een heuvelflank en dat weten de koeien hier blijkbaar ook.

Maar het oorlogsleed blijft ons achtervolgen. Eerst in Bellefontaine met het Duits-Franse kerkhof en later ook in Torgny waar een bemost en slecht onderhouden oorlogsmonument op een al even verweerd burgerkerkhof staat.


Torgny doet zeer zuiders aan. Het lijkt wel of we hier in de Provence zijn. We bevinden ons trouwens dermate dicht bij de Franse grens dat ik door mijn provider zowaar op de hoogte wordt gebracht van de roamingkosten binnen de Europese unie.

De huizen in zowat het ganse dorp zijn opgetrokken in een gele plaatselijke steensoort en de rode ronde dakpannen zo mooi passend bij deze zuidelijke sfeer, hebben zo hun eigen fabeltje. De zogeheten kanaalpannen op het dak van de huizen waarvan velen dateren uit de 18de en 19de eeuw zouden zijn gemaakt op de billen van de vrouwen van de pannenmakers. En vermits de ene vrouw al dikkere billen heeft dan de andere ... Juist ja!

Via een ommetje rijden we nu naar Orval waar het naar onze normen veel te druk is en dus gaan we verder op zoek naar een rustige plek voor de nacht. Die vinden we in aan de oevers van de Semois in Moyen, deelgemeente van Chiny. Hoe mooi is hier de rivier.

Wat we 's anderendaags zullen aanvangen, is niet duidelijk. We hebben geen zin om met een mondmasker aan tussen mensen te gaan wandelen. Dus we keren zeker niet terug naar het drukke Orval. We zetten onze tocht daarom verder langs godvergeten plaatsjes zoals Sainte Cécile er eentje is of we kijken vanaf een pointe de vue naar het mooie Chassepierre sur Semois ginds beneden.

Veel moois valt er te zien voor wie zien wil.

De spoorwegbrug in Florenville is bij voorbeeld zo'n mooie plek.

Ten slotte houden we halt in Herbemont. Daar zien we immers de ruïnes van een feodaal fort in de hoogte liggen en die willen we wel eens van naderbij bekijken. Of de klim – met pijnlijke knieën- er naartoe de moeite waard is? Nou en of!

Op plaatsen als deze wordt geschiedenis tastbaar. Op slag worden saaie oorlogen zoals de dertigjarige oorlog er eentje uit ons stoffige geschiedenisboek is, plots veel levendiger. En al zeker wanneer mijn archeoloog van dienst op een stuk verweerde muur een tand met tweedelige wortel vindt. Amaaaai … hier moeten ze serieus slaag op hun b*kkes hebben gekregen.

De klim is me gelukt, de afdaling zal wat anders worden. Maar zie, net als wij de weg terug willen aanvatten, begint de beiaardier van de plaatselijke kerk "Te Lourdes op de bergen" te spelen. Ik zing mee uit volle borst en voor ik er erg in heb, staan we alweer beneden bij de camper. Een klein mirakeltje.

We hebben onze geschiedkundige kennis genoeg opgekrikt voor vandaag. De rest van de dag zal het luieren en genieten worden tussen de vele wilde bloemen en een plaats voor de nacht vinden we in Vresse-sur-Semois.

Ook 's anderendaags wordt het een dagje van luieren en genieten. Van een "goedemorgen" zeggen aan buffels. (Wat zijn dat bonken van beesten zeg!)

Van te laat komen in Falaën voor een frisse pint. Daar hadden we – zo lezen we hier – 100 jaar vroeger voor moeten arriveren. Dit dorpje van een voorschot groot telde toen liefst 57 café's maar daar zijn wij nu vet mee.

Het dorp telt thans nog een kasteel, een kerk en een handvol huizen die blijkbaar allemaal min of meer gelijktijdig zijn gerestaureerd. Het zijn huizen met metershoge muren (want op de zolders moest de hop kunnen drogen) en ze zorgen voor een merkwaardige akoestiek. Zo'n driehonderd meter verderop staat een jonge dame te bellen en ik kan woord voor woord verstaan wat ze zegt.

Ten lange leste vinden we in Ermeton-sur-biert een leuke plek om onze vakantie met een BBQ af te sluiten. Ginds zijn een tweetal boeren met schijveneggen bezig de grond op hun akkers los te wrikken. Zie ze stuiven! Of we hier de nacht mogen doorbrengen? Ja natuurlijk, ga jullie gang!

Het uitzicht is vredig en mooi, de avond fantastisch. Net voor we gaan slapen vangen we nog heel even de zon in onze handen.

Morgen keren we terug huiswaarts. Het is mooi geweest.






Reacties

Unknown zei…
An, altijd plezant om uw schrijfsels te lezen...
An zei…
Dankjewel, fijn om te horen!

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof