Het paard van Troyes

 


In een jammerlijk ver verleden (jammerlijk want inderdaad zeer ver … zucht) heb ik geschiedenis gestudeerd en hoewel ik een aandachtige student was, wilt dat natuurlijk nog niet zeggen dat ik een doorwinterde historicus ben. Wel integendeel ! Toch kan ik jou geruststellen, ik vergis me niet. Mijn geheugen is nog vrij intact.

Jawel … het Troje van het mythologische paard ligt in het huidige Turkije en niet in Frankrijk waar wij nu zijn. De titel van dit verslag slaat dus eigenlijk nergens op. Of toch ? Wat het Franse Troyes gemeen heeft met het Trojaanse paard is HOUT. Zowat alles is er van hout, tot de riooldeksels toe !

 


Een paar jaar geleden waren wij hier al eens op een rappeke. Op doorreis naar elders. Maar Troyes … dat zag ik toen wel, verdient veel meer dan een vluggertje.

Daarom zijn we vandaag opnieuw een keertje hier om op een rustige manier de prachtige in hout opgetrokken huizen te bekijken. Niet dat Troyes één en al hout is. De oude stadskern kan eigenlijk in twee delen worden opgesplitst. Er is enerzijds het kerkelijke en adellijke centrum rond de kathedraal en anderzijds is er het domein van de burgerij, de handelaren en de handwerklieden. Het is dit tweede (houten) gedeelte van de stad dat wij vandaag willen bekijken. 

 


Op een steenworp van de historische stadskern krijgen wij heel makkelijk en omdat het ook nog zondag is de camper gratis geparkeerd. Het is maar een korte wandeling naar het hart van de start en dat hart is prachtig ! Het ligt in onze bedoeling de sfeer van de stad rustig op te snuiven en tijd uit te trekken om haar details te bekijken. Details ? Jawel !

 

 

Troyes heeft een rijk kunsthistorisch verleden en is bovendien bijzonder gezellig met zijn leuke eethuizen en dito winkeltjes. Het is vooral de zestiende eeuw geweest die Troyes zo rijk en schitterend mooi heeft gemaakt. In die dagen groeide de stad uit tot een bloeiend artistiek centrum waar beeldhouwers, glazeniers, bouwmeesters het beste van zichzelf hebben gegeven. Het resultaat is té mooi om er vlug, vlug aan voorbij te gaan. 

De vakwerkhuizen in bijvoorbeeld de Rue Champeuax, Rue Molé, Rue des Chats en Rue de la Vierge zijn echte pareltjes waar ik heel wat kijkgenot aan beleef. De details alleen al zijn prachtige beeldhouwwerken op zich. En net als bij de staafkerken van de Der (waar ik een apart verslagje over heb geschreven) vallen hier huizen te spotten met van die mooie houten, schubachtige muurbedekkingen.

 


Ik krijg er maar niet genoeg van en omdat al dat moois zich doorgaans boven de vele restaurants en winkeltjes bevinden, krijg ik er zowaar een stijve nek van. Tijd dus voor een gezellig terrasje en te genieten van al wat voorbij flaneert.

Het is hier op dit terras dat mijn oog op het paard van Troyes valt. Dus toch !

 


Na het aperitief zoeken we een van de vele eethuizen op want ik wil graag de “andouillettes de Troyes” – een gegrilde worst – een keertje proeven. Wat haggis is voor de Schotten, is de andouillette voor de Troyanen. Samengesteld met orgaanvlees ziet de worst er echt niet appetijtelijk uit maar the proof of the pudding is in the eating. Best lekker ! 

 


Het weer slaat na de lunch om en de paraplu's worden bovengehaald. Gelukkig hebben wij een museumbezoek op de agenda staan dus dat valt mee. Om het “Maison de l'outil” te bereiken, wandelen we doorheen de Rue Emile Zola, een brede winkelstraat waar – omdat het zondag is – de winkels gesloten zijn. Ik kan me voorstellen dat deze straat best wel erg druk kan zijn maar vandaag is het hier lekker rustig en dat geeft ons ruim de gelegenheid om ook hier de prachtige vakwerkhuizen te bekijken. 

 

Het museum van het gereedschap is gehuisvest in een schitterend pand. Mijn vriend komt vooral voor al dat werkmateriaal, ik voor het pand dat ooit een weeshuis is geweest. Werkelijk prachtig en volgens de regels der kunst gerestaureerd, is het als historisch monument geklasseerd. 

 


Ook het museum zelf is – al had ik dat aanvankelijk niet echt verwacht – meer dan de moeite waard om te bekijken. Op de benedenverdieping worden truwelen, hamers, beitels, hakbijlen, e.d. best kunstzinnig en in zeer grote getale aan het publiek voorgesteld. 

 


Maar op de bovenverdieping wordt het pas écht interessant. Per vitrine wordt het materiaal voorgesteld dat werd gebruikt bij de meest uiteenlopende oude ambachten. Houtbewerkers, graveerders, horlogemakers, stoffeerders, schoenmakers, handtasmakers, hoefsmeden, zadelmakers, handschoenenmakers, … je kan het zo gek niet bedenken of iedere ambacht komt met zijn specifieke gereedschappen aan bod. Heel leerrijk en mooi tegelijkertijd. 

 


 Het museum gaat er prat op dat het meer dan 12.000 voorwerpen uit de 17de tot de 19de eeuw in huis heeft weten te halen. 

 

 

Denkende aan het rijke ambachtelijke verleden van Troyes, verwondert het mij totaal niet dat het museum uitgerekend hier haar plek heeft gevonden.


Mooi !

Reacties

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof