La belle époque : Blankenberge, Blankenberge wondermooie stad


 

Het was tijdens onze jaarlijkse vakantie in de Belgische Ardennen (ik moet zo'n jaar of negen geweest zijn) dat ik mijn ouders hoorde praten over "La belle époque". En eigenlijk praatten ze toen niet écht over dat mooie tijdperk dat vooral voor de bourgeoisie mooi moet zijn geweest. Ze hadden het over een vakantieganger die ook logeerde in het park waar wij toen verbleven. Die man had niet alleen een uiterst keurige manier van wandelen, hij had ook nog eens een fraai krullend snorretje en die waren in mijn kindertijd eigenlijk niet echt modieus. 

Dus mijn ouders hadden voor de man een nickname bedacht en die luidde ... juist ja: la belle époque.

Ik weet niet of het ene met het andere te maken heeft, maar het is een feit dat "La belle époque" mij als tijdperk reeds lang fascineert. Vandaar mijn bezoek aan het Belle Epoque Centrum in Blankenberge.

 


 

Lang voor Hugo Matthysen enigszins dubbelzinnig "Blankenberge, Blankenberge, wondermooie stad" zong, moet de stad wel degelijk mooi zijn geweest. Ze kon in ieder geval zeer goed concurreren met Oostende ook al had Leopold II van die badstad middels de bouw van zijn Koninklijke villa, de koningin der badsteden gemaakt.

Het is dank zij mijn Museumpass dat ik naar de stad word gelokt want ik geloof niet dat ik ooit eerder in Blankenberge ben geweest. Ik kan het mij althans niet meer herinneren.  

Het weer is na dagen van miezerigheid, stralend mooi en dus willen we toch eerst even een wandeling op de pier maken. Straks zal ik in het museum leren dat die pier (althans de eerste) gebouwd werd tijdens de belle époque en dit met de hulp van een Engelse architect. Het werd meteen een schot in de roos voor het chique volk dat zich de luxe van vakantie nemen, kon permitteren en graag op die Blankenbergse pier ging flaneren. Wellicht omdat het bouwen van zo'n pier een in oorsprong Brits idee is dat hier navolging kreeg, wist de stad in die jaren nogal wat Engelse toeristen te lokken. 

 


Onze weg naar het strand loopt via de Kerkstraat waar aan het einde de monumentale Leeuwentrap naar de zee staat. Overduidelijk een trap uit dat gouden tijdperk.  

 



Maar dat flaneren valt voor ons toch even tegen zeg! Want wat blijk ? Uitgerekend nu ik voor de eerste keer op die pier wil gaan wandelen, zijn ze begonnen aan de afbraak ervan. De wandelweg naar het in zee staande paviljoen wordt volledig afgebroken. Ferm tegen de goesting van de plaatselijke bewoners trouwens wiens huizen maanden op hun fundamenten hebben staan trillen omdat er voorafgaandelijk aan de afbraak een metalen front tot diep in de zeebodem moest worden gebouwd om de zee in al haar kracht tegen te houden. Een plaatselijke bewoner staart meewarig naar de afbraakwerken en vertelt ons alles over het waarom van die werkzaamheden, over het betonrot en over de geschiedenis van de pier die er nu al voor de tweede keer moet aan geloven. De eerste keer was dat trouwens vrij kort na de bouw ervan. 

 


 

 

Een pier in Art nouveau ... wat moet die prachtig zijn geweest! Maar de Duitsers dachten er tijdens De Groote Oorlog duidelijk anders over en zagen er enkel een mogelijkheid voor de geallieerden in om vanuit Engeland voet op vaste bodem te zetten. De pier werd dus in brand gestoken.

Die werd in 1933 heropgebouwd deze keer in Art-decostijl en bleef bestaan tot vandaag dus.De tand des tijds moet echter lelijk huis hebben gehouden en bedoeling is de pier tegen 2025 opnieuw op te bouwen net zoals hij er tijdens het interbellum moet hebben uitgezien Het is triest maar tegelijkertijd ook fascinerend hoe zo'n stuk bouwgeschiedenis in een wip met zwaar afbraakmaterieel wordt doorgeknipt zoals een schaar dat met een stuk papier doet. 

 


Voor wie twijfelt over waar nu precies "La belle epoque" op de tijdslijn moet worden gesitueerd, kan ik duidelijk zijn. Ze beslaat een periode van ongeveer 1870 tot 1914, een periode waarin de Europese burgerij een redelijke welvaart kende. Met de Groote Oorlog kwam een abrupt einde aan al dat mondaine fraais. 

Het bezoekerscentrum bevindt zich in drie gerestaureerde en verbouwde villa's uit 1894. Het centrum schets een mooi beeld van hoe het leven toen moet zijn geweest voor hen die het zich konden veroorloven uiteraard!  

 


 

Ik geniet van het fraaie interieur en leer er hoe dank zij het gloednieuwe procedé om massief hout te buigen, de Thonetstoel geweldig in trek kwam. 

 


 

Het is een periode waarin de ene ontwikkeling de andere opvolgt. Van vulpennen over schrijfmachines en fototoestellen tot auto's en vliegtuigen, ... en al dat fraais moest aan de wereld worden getoond middels een rits aan Wereldtentoonstellingen zoals die van 1897 in Brussel. 

 

 

Heel veel fraais is er te zien hier in het centrum en vooral de bovenste verdieping zal het jeugdig volkje tot te verbeelding spreken. Daar liggen immers prachtige poppen en poppenkleertjes uitgestald allen naar de mode van die tijd en hoogstwaarschijnlijk stukken duurder dan wat de kledij van het gewone volk zal gekost hebben. Want La Belle Epoque is niet voor iedereen een gouden tijd geweest. De opkomst van het strandtoerisme bijvoorbeeld was een doorn in het oog van menig visser. 

Ik meen de stem te herkennen van acteur Wim Willaert die in de huid van een visser kruipt en in zijn beste West-Vlaams het volgende zegt :

"Oh, was me dat weer een gedoe met die baders, zeg ... Kijk wij zijn vissers en wij moeten ons werk kunnen doen . Onze stuurman heeft zijn schuit altijd op het strand gezet bij hoogtij. Nu kan dat niet meer door die rijke vreemdelingen. Met die belachelijke karren en hun badpak met streepjes ... bang van water ... Maar ondertussen moeten wij wel de kost verdienen! We moeten onze vis toch ergens kunnen lossen! Al dat rijke volk met al hun personeel, je verstaat ze nauwelijks. Ze zouden beter thuisblijven!"

Mooi dus voor de ene, verdomd lastig voor de andere. Maar sowieso vergane glorie. Van al dat moois is er aan de kust niet veel meer overeind gebleven. Twee wereldoorlogen en de tand des tijds hebben er ruimte gemaakt voor een schier oneindige rij appartementsgebouwen zoals er dertien in een dozijn gaan. 

 


 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof