De abdij van Zevenkerke: een aangename ontdekking
Vermits we morgen voor een gegidste wandeling in het Gruuthuse kasteelpark worden verwacht, is er niets meer dat ons hier -na het ontgoochelend museumbezoek aan het huis van Constant Permeke – bindt en dus willen we op zoek gaan naar een goede slaapplek voor de nacht.
We rijden via de binnenbanen van Jabbeke naar Oostkamp in de hoop nog iets moois te spotten.
En we hebben geluk! Plots duikt een wegwijzer richting "abdij" op en ook al hebben we er geen flauw benul van naar welke abdij we de weg krijgen aangeduid, we zijn toch nieuwsgierig. Even denk ik nog dat het misschien gaat om de priorij van O.L.V. Van Bethanië vermits we in de buurt van Loppem zijn maar dat blijkt dus niet het geval te zijn.
Maar kijk, rijdend doorheen een uitnodigende bomendreef zien we de Sint-Andriesabdij van Zevenkerke voor ons opdoemen. Wat een mooie gebouwen staan hier bij elkaar gezet! Al is ons eigenlijk niet helemaal duidelijk welke functie deze hebben.
Wat verderop ligt de prachtige abdij en de aanpalende Sint-Andriesbasiliek is zo mogelijk nog prachtiger. We besluiten even een kijkje te gaan nemen en terwijl we dit doen, komt een monnik blootvoets in sandalen over de binnenkoer gesloft.
Beleefdheidshalve spreek ik de monnik aan en vertel hem dat we eigenlijk niet goed weten waar we zijn terechtgekomen en of we hier überhaupt wel mogen wandelen. Dat blijkt geen probleem te zijn maar veel meer dan dat komen we niet te weten. Eenmaal thuis zal ik lezen dat de eerste steenlegging van het abdijcomplex plaatshad op 6 juni 1901.
We genieten van de mooie groene omgeving, ontdekken het kerkhof en ergens doet de aanblik van het enorme abdijcomplex en dan zeker van de abdijkerk mij aan de kathedraal op de Wawel in Krakau denken.
De kerk ziet er potdicht uit maar dat is een vergissing want de twee oudere dames die naar de kerk komen toegewandeld, stappen ze ook meteen binnen. Dus dat willen wij ook een keertje doen.
Net op het ogenblik dat wij er heen willen, komt een lege autocar het plein voor de kerk opgereden. Het is vrijdag tegen vieren. We hebben zonet ontdekt dat hier ook een abdijschool is gevestigd die onderwijs levert volgens de regels van (dat lees ik achteraf) Benedictus. De school is er enkel voor interne leerlingen. Straks zal het internaat voor het weekend leeglopen en de chauffeur zet alvast de deuren van de laadruimtes in de bus open. Nog even en de koffers zullen komen aangerold.
De abdijkerk is schitterend mooi. Prachtige mozaïek vloeren, een hemels mooie koepel en dito hoogkoor. Terwijl we al dat fraais rustig in ons opnemen, komt een monnik uit de coulissen gewandeld en hij spreekt ons aan. Het is overduidelijk dat hij super trots is op deze omgeving. Hij vertelt hoe de kerk in drie fases is gebouwd waardoor ze ook zeer groot is kunnen worden. Hij maakt ons attent op de mooie brandglazen die de opdrachten van de Benedictijnermonniken illustreren: zendelingenwerk en onderwijs.
Wat hij weet te vertellen, is best wel interessant maar hij moet helaas verder want hij is de begeleider van de bus die straks de leerlingen naar huis moet brengen. Liefst 317 leerlingen telt de school en die moeten allemaal naar huis zien te geraken.
Wij blijven niet tot de schoolbel gaat maar maken -omwille van mijn hoogst pijnlijke rug- slechts een korte wandeling in het grote bos dat rond de abdij ligt. Vervolgens nestelen wij ons in de ruime bistro die daar voor de wandelaars is gevestigd. Het taartje met de gekarameliseerde appeltjes is heerlijk lekker en de prijs ervan valt best democratisch te noemen.
Tegen de tijd dat we weer naar de camper stappen, staat de parking afgeladen vol met wagens.
De ene Porsche na de andere Range Rover komt de parking opgereden. Het zijn de mama's van de leerlingen (nauwelijks een papa te zien) die hun kroost komen oppikken en die komen slechts druppelsgewijs met hun trolleys aangestapt.
Zovele Range Rovers komen als in colonne aangereden zodat ik me lachend afvraag of het oudercomité misschien een groepsaankoop heeft georganiseerd. Wie hier met een Volvo of een BMW komt aanzetten, valt eerlijk gezegd behoorlijk uit de toon.
Het is wel duidelijk dat dit college een wel heel elitair karakter heeft.
Op mijn linkerschouder komt daarom ongevraagd een roddelend duiveltje zitten. Hier hebben vast een paar Reuzegommers school gelopen, sist hij kwaadaardig in mijn oor.
Op mijn rechterschouder daarentegen nestelt zich een engeltje met de boodschap dat ik niet naar dat duivelse gesis mag luisteren vermits de namen van de in opspraak gekomen Reuzegommers niet zijn gekend.
Wat we wél met zekerheid weten is dat de twee broers Filip en Laurent hier hun jonge dagen sleten in de geest van Benedictus: discipline en hard werken. Eén van beide broers is hier ook afgestudeerd.
Kan je raden welke?
Reacties