Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

 



Om onduidelijke redenen zullen we pas tegen 14u30 met de boot naar Ierland kunnen vertrekken.
Maar onze gids heeft een mooi tijddodend plannetje bedacht. We zullen deze voormiddag nog gauw een "kasteeltje" meepikken en een korte wandeling maken doorheen Pembroke.

De meeste kastelen van Wales zijn gebouwd door de Normandiërs dus ook het kasteel dat wij vandaag bezoeken. Oorspronkelijk een houten optrekje maar doorheen de eeuwen is het geëvolueerd naar een immens fort waar je je steendood kan stappen.

Het kasteel heeft een zeer rijke en bewogen geschiedenis, té rijk en té bewogen om het ter plekke door een plaatselijke gids te laten vertellen. Zeker wanneer die gids een accent heeft dat de geschiedenisles toch ietwat bemoeilijkt. Trouwens hoe dol ik ook ben op een duik in de geschiedenis, ik neem die duik toch liever in een geschiedenisboek dan hier op de grootste landkaart die er van Wales bestaat en die op de binnenplaats van het kasteel op de grond geschilderd werd. Het is bovendien veel te winderig voor een openluchtles. 
 


 
 




Dus liever zelf maar op ontdekkingstocht gaan om eigenlijk vrijwel meteen tot de vaststelling te komen dat het woongedeelte van het kasteel een serieus vochtprobleem heeft. Her en daar staan grote emmers neergepoot om binnensijpelend vocht op te vangen. 
 
 

 
Maar de middeleeuwse tafelgenoten malen er niet om ...  





De site is best wel interessant vooral wanneer de bezoeker er in slaagt niet van de trappen te donderen. Die trappen lijken vooral voor valpartijen te zijn ontworpen. Jumpen van de ene trap naar de andere zonder overloopje er tussenin, niet iedereen doet ons dat na. 
 
 

 
 
Het kasteel van Pembroke is het enige Britse kasteel dat gebouwd werd bovenop een natuurlijke grot. Nogal wat archeologisch interessant materiaal is gevonden in de Wohangrot waar o.a.mammoetbeenderen en restanten van bewoning door holbewoners zo'n slordige 11.000 jaren geleden, werden aangetroffen. Om die grot te kunnen bekijken dalen we 53 treden (een reisgezel was zo vriendelijk ze te tellen) naar beneden om eenmaal beneden een flinke uitschuiver te maken over de modderige bodem. Gelukkig zijn mijn reflexen nog in topconditie zodat ik er alleen maar een stel natte voeten aan overhoud. Maar ik heb mijn fitness wel gehad voor vandaag. 
 
 
 

Van het kasteel zal ik vooral onthouden dat Hendrik VII hier geboren is en dat hij de enige uit Wales afkomstige koning is die op de Engelse troon heeft gezeten. 
 
 
 
 
Met zijn greep naar de macht lanceerde Harri Tudur (want zo heette de kleine zuigeling) de Tudor-dynastie die heeft geregeerd van 1485 tot 1603. De belangrijkste figuren uit deze koninklijke dynastie zijn Hendrik VIII en Elisabeth I. Geen klein bier dus al kiest mijn vriend voor de lunch liever voor cider en wat is dat een geluk!
 
Want het kasteel is té groot om het helemaal te kunnen bekijken en alles te kunnen lezen in de tijdspanne die we hebben. Vooral ook omdat we bij de gids verwacht worden op een tijdstip waarop we ook gegeten en gedronken moeten hebben. Dus wat een toevallig geluk dat mijn lieverd bij zijn worstenbroodje kiest voor een flesje Pembrokeshire Cider waardoor we tijdens onze vlugge lunch meteen ook nog een stuk geschiedenis meepikken. 
 
 

 

 
William Marshal is een van de machtigste mannen in het 12de-eeuwse Brittannië en dé man aan wie het kasteel voornamelijk zijn uiterlijk te danken heeft. Een groot verdediger van de Magna Carta (herinner jullie geschiedenislessen!) en volgens het labeltje op het ciderflesje "de belichaming van middeleeuwse ridderlijkheid".
 
 











 
 
Onze vindingrijke gids heeft voor ons - nu we hier toch zijn - nog een twintig-minuten-ommetje richting bus uitgestippeld en daar ben ik best wel blij mee want dat ommetje is kleurrijk Brits.
 
 













 
 
En dan vertrekken we naar de Pembroke Dock Ferry Terminal van de Milford Haven Port om daar te constateren dat de ferry nog niet is gearriveerd is. Pas heel wat later zullen we vernemen dat die ruim vier uur vertraging heeft en dat we dus vier uur later dan gepland zullen vertrekken. En zeggen dat die planning  al zo ongezellig laat op de dag stond! Bovendien is de terminal niet echt groot waardoor er ook geen mogelijkheid is om wat te eten of te drinken. Pfffff,  dat had prins Charles destijds toch wat beter kunnen organiseren. 
 


 
 
Het betekent meteen een hele reorganisatie van de rest van de dag. Dineren zullen we niet in het hotel kunnen doen maar aan boord van de ferry. Want na de vier uur durende overtocht is het nog meer dan twee uur rijden naar het hotel. Met onze nachtrust zullen we dus maar best een aanvang nemen op de bus. Mijn lieverd begint er zelfs eerder aan. 
 
 

 
Wat een toestand en dit hebben we allemaal te danken aan Betty, de storm die vorige nacht over Ierland is geraasd en er blijkbaar lelijk huis heeft gehouden.

In het restaurant van de ferry zijn maar weinig glazen voorhanden. De meesten zijn tijdens de storm aan diggelen gevallen. En hoewel de Ierse zee zelfs bij rustig weer een woelig water is, horen we in de taxfree shop de whiskyflessen nog steeds onheilspellend rammelen. Ondanks het feit dat Betty eigenlijk al meerdere uren is uitgeraasd, moeten ergens in een uithoek van de winkel een paar flessen er toch nog aan geloven. Kom we gaan hier weg voordat we met onze klikken en klakken op een rayon met Whiskey botsen. 
 
 

 

 

Whiskey of whisky?

Eigenlijk is de uitleg heel simpel. In Ierland schrijven ze whiskey en in Schotland whisky. Het verschil in spelling is ontstaan toen de Ieren een duidelijk onderscheid in de soorten whisky’s wilden maken. Om hun kwalitatief hoogwaardige whiskey te onderscheiden van Schotse whisky, voegden ze de letter –e toe. Als je whiskey tegenkomt, dan weet je dus dat het om de Ierse variant gaat!

 


Zo links en rechts bemerken we een kotsende medereiziger en nee hoor niet van te diep in de whiskybottel te hebben gekeken. De meest onsmakelijke  geluiden komen uit de toiletten vandaan. 
 
 

 
 
 
 
In een hoekje ligt een asgrauwe Japanner aan een flesje 🈹🈵 te snuiven. Vrij vertaald: aan een laat-deze-beker-aan-mij-voorbij-gaan-flesje. 
 
Onnodig te zeggen dat we onze zeemansbenen moeten spreiden om min of meer keurig overeind te blijven. Elegant is het niet but who cares? 
 
 


 
 
 
 

Het is al een heel eind over middernacht wanneer we vermoeid onder de lakens kruipen in ons allereerste hotel op pikdonkere Ierse bodem.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof