Het paradepaardje van Slovenië

Foto genomen door reisgenoot Stan Peeters ... dankjewel Stan !



Het durft wel eens gebeuren dat toeristen verhalen te horen of te lezen krijgen die met de natte vinger werden geschreven. Niet altijd is de informatie die je als argeloze toerist krijgt even nauwkeurig of correct. Eerder schreef ik daar reeds een keertje een blogpost over.(Over-een-heldhaftige-ruiter-en-de-benen-van-diens-paard/)



Bij ons bezoek aan de stoeterij van Lipica valt me op dat we vorig jaar in de Spaanse rijschool van Wenen een verhaal op de mouw kregen gespeld dat nu slechts een halve waarheid blijkt te zijn.
Ik verklaar me nader. Volgens wat ons in Wenen werd verteld ging de Oostenrijkse Aartshertog Karel II in het jaar 1580 op visite bij zijn Spaanse neef koning Filips II. Daar bracht hij onder andere een bezoek aan diens hofstoeterij en kwam hij er dermate onder de indruk van de kracht en elegantie van de Spaanse paarden dat Karel besloot meteen een aantal paarden mee huiswaarts te nemen om zelf een stoeterij op te starten.
Die stoeterij werd in Lipica opgericht. Lipica lag in die jaren nog in het Oostenrijkse deel van het Habsburgse rijk. De paarden zouden gebruikt worden als transportmiddel, bij parades, op het slagveld en tijdens de jacht.

De gids die ons vandaag in de stoeterij een rondleiding geeft, vertelt ons het volledige verhaal. De Lipizzaners zijn niet zomaar de rechtstreekse afstammelingen van de paarden van koning Filips II maar zijn het resultaat van het kruisen van paarden van diverse origine. Ze hebben met andere woorden dus niet alleen Spaans bloed door de aderen lopen maar ook Italiaans, Deens, … ja zelfs tot Arabisch bloed toe.

In oorsprong waren de “Spaanse paarden” zelfs niet volledig wit. Dat ze dat thans wel zijn, hebben we te danken aan een grilletje van keizerin Maria-Theresia die de paarden graag met een volledig witte vacht wou zien.
Overigens worden de veulentjes zwart/bruin geboren, beginnen dan stilaan te vergrijzen om uiteindelijk zo rond hun zevende levensjaar helemaal wit te worden.



De stoeterij levert al lang geen Lipizzaners meer af aan de Spaanse Rijschool. Sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog hield het Habsburgse rijk, de toenmalige dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, op te bestaan en kwam Lipica buiten het voormalige rijk te liggen. Vandaar ...
De Lipizzaners uit Wenen worden nu elders in het huidige Oostenrijk gefokt en gaan ook elders “op vakantie”.



De stoeterij blijft desalniettemin het bekijken waard. De landerijen waar al dat witte geweld galoppeert, zijn bijzonder uitgestrekt. De stallen zijn keurig, het museum interessant.



Bij het toegangsticket zit ook een show inbegrepen. Als je echter die in Wenen hebt gezien, valt deze hier wel wat tegen. De show wordt hier immers gegeven door leerling-ruiters en dat merk je. Het vertrouwen tussen ruiter en paard is nog niet optimaal waardoor de figuren niet tot in de puntjes verzorgd zijn. Bovendien is de belichting naar mijn smaak niet veel soeps.

Hoe het daar met de scholing van de ruiters zit, weet ik niet. Maar de paarden leggen tijdens hun tien eerste levensjaren liefst drie examens af vooraleer ze ook maar aan het show geven mogen denken.

Het is mooi, leuk en leerzaam om de stoeterij van Lipica een bezoek te brengen ook omdat we nu meteen de herkomst van de naam van het ras kennen.






Nota :
Dit verslag is het laatste uit een reeks over onze reis naar het prachtige Slovenië. Een land dat nogal wat symboliek in zich draagt.
Zo is bijvoorbeeld de Lindeboom een boom die ook nu nog veel betekenis heeft voor de Slovenen. (Denk bijvoorbeeld aan de maskers voor het Carnaval) Lipica werd trouwens genoemd naar de linde (Lipa in het Sloveens) die daar ooit tussen de wijngaarden stond. Deze wijngaarden moesten plaats ruimen voor de bouw van de hofstoeterij. De Lipizzaners verwijzen in hun naam dus niet enkel naar de gemeente Lipica maar ook naar de lindeboom.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof