La Dolce Vita


 

Ik weet niet precies wat de Italianen beschouwen als “La Dolce Vita” maar wat mij betreft, moet het toch iets helemaal anders zijn dan wat de Fransen met “La Douce France” bedoelen.

Ik voel mij in ieder geval veel meer aangesproken door de Franse savoir vivre. De Fransen leven als God in Frankrijk, de Italianen dénken God in Italië te zijn. Zeker als het op hun rijstijl aankomt. Ik zou een boom kunnen opzetten over het Italiaanse rijgedrag en de daarbij horende gesticulaties maar doe het liever niet, blij als ik ben weer rustig en ontspannen thuis te zijn. Gelukkig is mijn lieverd een bedaard chauffeur die niet meteen alle remmen toegooit wanneer de zoveelste wegpiraat ons de pas afsnijdt. Het zou nogal wat teweeg brengen in de kast van de keukenattributen. Ik daarentegen geraak zo stilaan helemaal opgedraaid en rijg de gilletjes bij bosjes aan elkaar. 

Na ons bezoek aan Genua nemen we dan ook een kloek besluit. We zijn intussen al tien dagen van huis weg en we zijn dringend toe aan rust. We reizen daarom niet verder naar het Zuiden zoals wij ons hadden voorgenomen. We zullen gewoonweg niet voldoende tijd hebben om rustig in dat Zuiden te geraken en om er op ons gemakjes rond te dolen. Italië is een land om het verstand op nul te zetten en om rechtstreeks naar daar te rijden waar je uiteindelijk zijn wilt. Het is geen land om ontspannend onderweg te zijn, om het onderweg zijn als reisdoel te ervaren, om lekker zwervend te onthaasten.

Wat dat betreft, hebben wij ons totaal misrekend. Hoe mooi Italië ook is, het land is niet geschikt om er met de camper op ontdekkingstocht te gaan. Het heeft daartoe niet de juiste wegen, de juiste infrastructuur en al zeker niet de juiste mentaliteit.

We willen het daarom over een andere boeg gooien en met een ruime zwaai langsheen Milaan een stukje van Lombardije doorkruisen.

Maar eerst bouwen we een totale rustdag in. We hebben – bijna een luxe – een parkeerterrein gevonden naast de Trebbia rivier in Marsaglia waar we helemaal alleen zijn. Marsaglia is een gehucht van Corte Brugnatella en dat is dan weer een dorpje van och gottekes 631 inwoners. Goed voor 14 inwoners per vierkante kilometer. Waar die zeer ruime parking goed voor is, is ons dan ook een raadsel maar wij zijn er blij mee. Zo'n vlakte voor ons alleen! 

 


In dit boerengat, ervaren we iets van de Italiaanse levensstijl die wel eens onder de noemer “la dolce vita” zou kunnen vallen. 

 


Het dorp heeft één enkel kruidenierszaakje en daar tegenover een café waar het terras gezellig vol zit met plaatselijke bewoners maar waar vrijwel niemand wat drinkt. Het is een plek om elkaar te ontmoeten, niet per se om er iets te drinken. Nochtans zijn de prijzen er belachelijk laag. Wij genieten des te meer van de heerlijke, koele, sprankelende wijn.

 


Veel valt er niet te halen bij de kruidenier maar de verse worst smaakt wel. Bij gebrek aan brood kopen we er cake en daar zullen we het mee moeten doen als “broodmaaltijd”.

Ach wat doet deze rust, deze stilte, dit bijna alleen zijn toch deugd! 

 




Reacties

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof