Doorgaan naar hoofdcontent

De vlinders en vleugels van de Mont-Saint-Michel


Weet jij nog waar jij mee bezig was toen je het nieuws kreeg van de val van de Berlijnse muur ? En waar was jij toen de WTC-torens als een kaartenhuisje in elkaar stortten ? Juist! Je weet het je haarscherp te herinneren. Tenzij je nog in de luiers zat natuurlijk.

Zelf hadden wij net een zeer druk bezoek gebracht aan de Mont-Saint-Michel in Bretagne (of is het Normandië ?) toen we te horen kregen dat nabij Parijs een Concorde was neergestort. Net zoals de Titanic een ongelooflijk paradepaardje was tot het zonk, was de supersonische Concorde dat ook. Tot er eentje neerstortte.

Vandaar dat ik het me zo goed weet te herinneren dat het in het magische jaar 2000 was dat ik voor een eerste keer het meer dan drukke pelgrimsoord bezocht. Intussen is er daar veel veranderd. Het getijdeneiland mag dan wel met de afbraak van de autoweg erheen en het bouwen van een brug de zee voor zich weer helemaal gewonnen hebben.

Maar voor de moderne toerist is het nu nog meer dan voorheen een geldklopperij geworden. Met de auto kan je niet anders meer dan je op de dik betaalde immense parkings te parkeren en dit op zo’n 2 kilometer van het eiland. Zelfs hotelgasten kunnen niet meer tot aan de peperdure hotels in de omgeving van de baai geraken maar sleuren hun koffers eindeloos ver achter zich aan. 

Voor de prijs van 12 euro voor personenwagens en 17,60 euro voor campers word je dan wel met een overvolle shuttle tot bij de ingang van het middeleeuwse stadje op het getijdeneiland gebracht. Wil je toch liever te voet naar het eiland wandelen of (leuk voor de kinderen) met de paardentram erheen, dan is dat uiteraard geen probleem maar voor de shuttle betaal je sowieso.

De paardentram zelf kost bovenop je parkeerticket nog eens 6 euro pp/per rit.

Zelf gaan we te voet want zeker bij stralend weer is het zonde om als een sardientje ingeblikt in de shuttle te zitten en bovendien doet de zeebries vandaag zo’n deugd. De wandeling vanaf de parking tot bij de ingang duurt zo’n slordige zestig minuten, fotostops inbegrepen.

Voor ons wordt het vroeg op de ochtend een heerlijke wandeling zeker omdat ik het geluk heb twee schoonheden met indrukwekkende allure samen te kunnen fotograferen : uiteraard de Mont-Saint-Michel zélf maar op de voorgrond … o, wat heerlijk … een schitterende vlinder : de zeldzame koninginnenpage!

Wandelend erheen krijg ik trouwens heel even het gevoel dat dit geen massatoerisme is hoewel het dat natuurlijk wél is. De voorbijrijdende sardientjes zien er oververhit uit. Maar zo vroeg op de ochtend valt de massa nog wel mee ja zelfs in de nauwe middeleeuwse straatjes hoeven we nog niet over de koppen te lopen. We kiezen trouwens voor de nog smallere zijstraatjes waar ons even niet met peperdure souvenirs rond de oren wordt geslagen.

Als je hier toch bent, is het zonde om de abdij niet te bezoeken. Je betaalt er 10 euro voor maar dat is het meer dan waard, tenslotte dankt het hele gedoe hier zijn bestaan aan de prachtige abdij en diens gevleugelde patroonheilige die zovele gelovigen naar hier wist te lokken.

Klauterend naar boven vraag ik me (geheel overbodig trouwens) af waarom pelgrims – sinds de Benedictijnen zich hier in de loop van de 10de eeuw zijn komen vestigen – van heinde en verre en in grote getale naar hier zijn afgezakt. Toerisme avant la lettre ?

Een verschijning of ander wonder is hier niet gebeurd al kan je de bouw van de abdij op dit rotseiland natuurlijk wel een wonder op zich noemen. Misschien dat pelgrims hier zo hoog boven de zee zich dichter bij God voelden. Of vond de middeleeuwse mens dat hij alleen maar zijn hemel kon verdienen wanneer hij een zeer zware pelgrimstocht ondernam ?

Bij het zien van de abdij – waarvan de middeleeuwse gelovige overtuigd was dat ze een afspiegeling vormde van hoe de hemel er zou uitzien – denk ik eerder dat het door mond aan mond reclame moet zijn geweest .

Zelf valt mijn mond ook meermaals open van verbazing. De ene zuilenzaal met schitterende gewelven na de andere zuilengalerij volgen elkaar op. Er lijkt geen einde aan te komen. In het plaatselijk historische museum wordt aan de bezoekers d.m.v. wassen beelden getoond hoe monniken o.a. de voeten van bedevaarders verzorgden.

Ik zou nu zelf ook wel wat verzorging kunnen gebruiken want een ontzaglijke blaar net onder mijn dikke teen begint knap pijnlijk te worden. Uiteraard heeft de Mont-Saint-Michel een lange geschiedenis met wisselende functies achter de rug . Van bedevaartsoord over militaire vesting en gevangenis tot nu dus een toeristische must see.

Tegen de tijd dat we terug richting parkeerplaats wandelen, stromen de toeristen in grote drommen toe. Velen onder hen zullen niet eens de moeite nemen om tot aan de abdij te klimmen. Ze zullen zich verliezen in de vele souvenirwinkeltjes vol rommel en de werkelijke schoonheid van de Mont-Saint-Michel aan zich voorbij laten gaan.

Zonde. Echt zonde !

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof