De Hofkamer in Antwerpen : de mancave van een rijke stinkerd.

 


Welke man heeft er niet graag een plekje voor zichzelf om zich in alle rust een paar uurtjes te kunnen terugtrekken? Voor de ene is dat plekje niet veel meer dan een comfortabele zetel op de overloop nabij de boekenkast, nog een andere kiest zijn bureau uit om zijn digitaal fotoarchief op orde te zetten. Je hebt er ook die de zolder inpalmen om er een gans legodorp te bouwen of om er met miniatuurtreintjes te spelen. Een garagebox geeft ook mogelijkheden zeker als er naast de wagen ook nog plek is voor een werkbank en alaam. Je kan het zo gek niet bedenken of een man vindt wel een plek waar hij op zichzelf kan zijn al was het maar in een tuinhuis om te rommelen en te stommelen.

Wat dat tuinhuis betreft, ziet François Adrien Van den Bogaert bij het bouwen en inrichten van zijn mancave het wel heel groots. 

 


 

We schrijven anno 1772. Francois woont met zijn gezin in "Den Wolsack", een groot pand gelegen aan de Oude Beurs 27 in Antwerpen. Achterin de tuin van dat pand liggen nog wat stukken en brokken van een gebouw dat zijn wortels heeft in de zestiende eeuw. Het inspireert François tot het laten bouwen van een prachtige hofkamer in rococostijl. 

 


 

Het is voor de gemiddelde Antwerpenaar eerder onbekend terrein en het is pas sinds de vzw HERITA zich op de restauratie ervan is gaan toeleggen dat een goed bewaard geheim stilaan verdiende aandacht krijgt. 

We zijn het optrekje gisteren gaan bekijken en hebben François tijdens ons bezoek via een oortje zijn verhaal laten doen. 

Al van bij zijn eerste woorden valt het me op wat een dikke stoefer die François wel is. Hij stelt zichzelf voor als stadssecretaris,  een functie waar hij in zijn tijd helemaal niet voor hoefde te solliciteren maar waar hij heel veel geld moest voor neertellen om ze te kunnen bemachtigen. Een klein fortuin heeft de benoeming hem gekost. 

De toon is meteen gezet. 

Het is overduidelijk dat de mancave van Francois toch eerder een pronkhuis is, bedoeld om een select groepje vrienden te imponeren. 

 


 

We zijn nog niet eens de tuin binnengestapt of we horen Francois al zeggen hoe verschrikkelijk veel geld er gegaan is naar de installatie van de prachtige klok in het dak van de hofkamer. Wie had er in die dagen een klok helemaal voor zichzelf alleen ? Niemand. En eigenlijk had François die ook helemaal niet nodige vermits de klok van de O.L.V. Kathedraal pal tegenover de ramen van zijn mancave staat. De enige reden waarom die klok er is, kunnen we dus wel raden : pronken, pochen, stoefen, indruk maken, ... 

Maar hét pronkstuk van de Hofkamer is zonder twijfel de majestueuze plafondschildering op het gelijkvloers met taferelen uit de Griekse mythologie. Met 65m² is het de grootste plafondschildering op doek in West-Europa! De schilder ervan is onbekend. Ook de schoorsteenmantel is behoorlijk indrukwekkend naar mijn smaak ietwat bombastisch zelfs.

 

 


 

Het is eens wat anders dan een pin-up kalender in de garagebox van de doe-het-zelver. Al is er met de restauratie van het doek zo links en rechts toch een borst ontbloot geraakt nadat die in meer preutse tijden dan die van Francois werd overschilderd.


 


Het doek op de eerste verdieping is weggenomen en in afwachting van een wellicht jarenlange restauratie hangt daar nu een modern stuk dat mijns inziens niet past bij het historische karakter van de kamer. Nu ja, het is maar tijdelijk ... De schoorsteenmantel is er minder pompeus dan die op het gelijkvloers, meer ingetogen.

 


 

Een hoogtepunt op de eerste verdieping is toch wel het boekentoilet. Los van het feit dat in die tijden een toilet zich normaliter  "op de koer" bevond, kan François het zich veroorloven om er een te hebben binnenshuis en nog wel op de bovenverdieping omringd door boeken tot bijna aan het plafond. 

 


 

De boeken zijn weliswaar niet echt maar vervaardigd uit hout en ooit moeten ze een lederen rug hebben gehad. Alleen ... dat leder is zwaar beschadigd geraakt bij een brand ergens in de loop van de jaren zestig van vorige eeuw. Maar ook vandaag heeft "het kleinste kamertje" zijn charmes al zou ik er nu niet meteen mijn behoefte willen doen. Wij mensen van de eenentwintigste eeuw zijn wat sanitair comfort betreft nu eenmaal andere dingen gewend.

 


 

Op de zolderverdieping zien we de achterkant van het dure horloge en dat ziet er precies hetzelfde uit als de voorkant. De man heeft werkelijk op geen cent gekeken.  

 

 

En zeggen dat we daar op de zolder maar één blik naar buiten hoeven te werpen om te zien dat het koffietijd is.  

 

 

Die wordt ons in de tuin gratis door de vrijwilligers van Herita aangeboden.

 


 

 Wat een verwennerij!





Reacties

Populaire posts van deze blog

Op weg naar Ierland, de prachtige paraplu van Europa (dag 1)

Pembroke Castle en de man van het Ciderflesje (dag 2)

Switchen van het mondaine Bled naar de adembenemende Vintgarkloof